zondag 1 februari 2009

woordenboek

Natuurlijk heeft deze sub-cultuur ook een eigen taalgebruik. Hier een klein overzicht van de termen die freerunners gebruiken. Dit is natuurlijk een moment-opname en wellicht dat woorden uit deze woordenlijkst reeds zijn vervangen door nieuw jargon.


Free-style parkour = free-running
Flow - De vloeiendheid, hier draait het om met Freerun onder ander om, zo vloeiend mogelijk.
Snelheid - Je probeert zo snel en mooi mogelijk van A naar B te gaan.
Freerunner - Iemand die de sport freerun beoefend.
Vault - Dit is een techniek die je gebruikt om over obstakels te gaan.
Catleap - Van de ene kant naar de andere kant springen, zodat je er aan kan hangen en vervolgens erover heen kan klimmen.
Backflip - een salto achteruit
Frontflip - Een salto
Bayo - Een soort salto met halve schroef
Railflip - Een overslag over een muurtje
Gap - is een ruimte waar men overspringt bijvoorbeeld tussen twee daken.
Traceur - (iemand die Le parkour beoefent).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten